Pensioenen

Veel mensen sparen via hun werkgever extra geld voor hun pensioen, naast het geld dat ze krijgen van de overheid. Dit extra pensioen wordt de tweede pijler genoemd. Momenteel krijgt ongeveer 75% van de mensen die werken zo’n aanvullend pensioen. Maar vooral mensen met lagere lonen, die niet veel kunnen sparen of geen eigen huis hebben, bouwen minder pensioen op via die bijdrage van hun werkgever. Daarom willen we dat werkgevers verplicht worden om een deel van het loon te gebruiken om voor alle werknemers een pensioenpotje op te bouwen. Nu is dat vaak maar 2% van het loon, maar dat willen we verhogen naar minstens 3%.

Momenteel hebben mensen alleen recht op een minimum pensioen als ze minstens 30 jaar hebben gewerkt. Maar dit kan oneerlijk zijn voor mensen die deeltijds werken of voor mensen die niet genoeg jaren hebben gewerkt. In de praktijk zijn dat vaak vrouwen die (al dan niet in samenspraak met een partner binnen het gezin) ervoor kiezen om zorgtaken op zich te nemen.Daarom willen we dat er voor elke gewerkte dag een deeltje pensioen wordt opgebouwd, zodat ook deeltijds werkenden een fatsoenlijk pensioen krijgen.

We vinden het belangrijk dat mensen die voor een gezin zorgen niet worden benadeeld als ze met pensioen gaan. Daarom willen we dat de pensioenrechten gelijk verdeeld worden tussen partners die gehuwd zijn. Zo worden zorgtaken ook erkend als belangrijk werk en tellen ze mee voor het pensioen.

Kernpunten

  • Iedereen in elke sector een verplicht aanvullend pensioen.
  • Elke gewerkte dag moet bijdragen tot het opbouwen van een minimumpensioen.
  • We voeren een pensioensplit in, zodat de partner die zorgtaken op zich neemt niet afgestraft wordt.
  • Mensen die dat niet wensen, kunnen ervoor kiezen om niet mee te stappen in dit systeem.
  • We beschouwen het opnemen van zorg als zodanig waardevol in onze samenleving, dat we zorgtaken opnemen, gelijkstellen aan werken voor de opbouw van pensioenrechten.