Verplicht opnemen vaderschapsverlof


PERSBERICHT - 29 april 2015

Verplicht opnemen vaderschapsverlof ter compensatie van korter ziekenhuisverblijf bij bevalling

De regering wil de reële lengte van het ziekenhuisverblijf bij een bevalling in rekening brengen, gemiddeld een halve dag minder dan wat wordt aangerekend. De Raad voor Gelijke Kansen vindt dit geen goed idee en eist begeleidende maatregelen om de geboorte van een kind goed op te volgen. Maggie De Block is het daarmee niet eens. CD&V-Kamerlid en voorzitster van Vrouw & Maatschappij Els Van Hoof stelt dat het verplicht opnemen van verlof voor vaders en meeouders als compensatie en bijkomende ondersteuning kan dienen. Dankzij dat verlof kan in totaal tien dagen verlof genomen worden na de geboorte. Hierbij worden de eerste drie dagen betaald door de werkgever en de volgende zeven dagen door het ziekenfonds. Op die manier toont onze maatschappij haar solidariteit en is maximale zorgcontinuïteit van voor tot na de geboorte gewaarborgd. 

Het stelsel van vaderschapsverlof lijkt in onze samenleving goed te zijn ingeburgerd, maar toch maakt een substantieel deel van de vaders en meeouders er geen gebruik van. Die vaststelling wordt gestaafd door een enquête van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM), dat in 2010 ruim achthonderd vaders ondervroeg. Een op de vijf bleek helemaal géén geboorteverlof op te nemen.

Het feit dat wie gebruik maakt van het geboorteverlof sinds 2011 beschermd is tegen ontslag is een goede zaak. Toch maakt niet elke vader of meeouder gebruik van zijn of haar recht op geboorteverlof. Els Van Hoof merkte in haar omgeving op dat er nog een substantieel deel van de vaders of meeouders dit recht niet gebruikt uit schrik voor mogelijke negatieve reacties op het werk of door de werkgever. Vaak wordt dan verwezen naar de angst om hun job of promotiekansen te verliezen. Ook in de enquête van het IGVM worden die redenen aangehaald.

Om haar bevindingen te staven, vroeg ze aan de minister voor Sociale Zaken cijfermateriaal op. Hieruit blijkt dat in verhouding effectief minder vaderschapsverlof wordt opgenomen ten opzichte van het aantal vrouwen dat moederschapsrust opneemt. In 2012 namen 79.746 vrouwen moederschapsrust op. Daartegenover namen in 2012 59.113 mannen hun vaderschapsverlof op (over heel België 126.993 geboortes). In 2013 waren dat er 78.845 (moederschapsrust) en in 2013 57.774 (vaderschapsverlof). Gegevens voor het jaar 2014 waren nog niet beschikbaar.

Els Van Hoof acht de tijd dan ook rijp voor een verplichting van het vaderschapsverlof (geboorteverlof), temeer nu het bevallingsverblijf in het ziekenhuis wordt verkort. Het verplicht opnemen kan als compensatie worden gezien voor die inkorting. “Het zorgt ervoor dat vaders en meeouders de zorgtaken in het gezin gelijkwaardig te verdelen. Net daarom moet het geboorteverlof (in analogie met de moederschapsrust) verplicht worden. Daarnaast zal ook de druk op de werknemers verdwijnen om hun verlof niet op te nemen.”

Het wetsvoorstel voor het verplicht opnemen van het vaderschapsverlof is ingediend in de Kamer. Els Van Hoof: “Ik meen dat er ondertussen een mentaliteitswijziging heeft plaatsgevonden en meer en meer vaders en meeouders vragende partij zijn voor het opnemen van deze 10 verlofdagen. Bovendien is het een teken van 'sociale solidariteit' en zorgt het voor meer betrokkenheid van beide ouders bij de geboorte van hun kind. ”

Meer informatie? Els Van Hoof, algemeen voorzitster van Vrouw & Maatschappij, 0474 52 68 18.