Moeder Teresa verdient een straat

7 december 2017, Het Belang Van Limburg

Moeder Teresa verdient een straat

Hasselt/Antwerpen. Amper zeven procent van de straten in Antwerpen die genoemd zijn naar een historische persoon, kregen een vrouwennaam. Daarom wil het stadsbestuur nu de helft van de nieuwe straten naar vrouwen noemen. Maar hoe zit het in Limburg?Niet veel beter, zo blijkt uit een analyse van de straatnamen in vijf Limburgse steden. “Nochtans zijn er genoeg belangrijke vrouwen in de geschiedenis, maar dan moeten we daar wel op een andere manier naar kijken”, zegt de Houthalense Liesbeth Maris, voorzitter van Vrouw en Maatschappij.

Om een straat of plein te vernoemen naar een persoon, is er eigenlijk maar één voorwaarde: de persoon mag niet meer leven, behalve als het gaat om leden van de koninklijke familie. Bij een recent overlijden wordt wel aangeraden om te overleggen met de naaste familie. De gemeenteraad hakt uiteindelijk de knoop door.

Het aantal vrouwelijke straatnamen is echter niet alleen in Antwerpen, maar ook in Limburg fors in de minderheid. In de vijf onderzochte Limburgse steden (Hasselt, Lommel, Sint-Truiden, Genk en Maasmechelen) heeft gemiddeld 13 procent van de straten met een verwijzing naar een persoon, een vrouwelijke naam. Sint-Truiden scoort met 21 procent het best, al is dat vooral te wijten aan het lage aantal persoonsgerelateerde straatnamen in het algemeen (29, waarvan 6 vrouwelijke). Lommel haalt maar 7,5 procent. “Het zijn er inderdaad niet zoveel hier”, zegt Vic Mennen, plaatsnaamkundige en voorzitter van de Lommelse straatnamencommissie. “Maar we willen vooral een link met de specifieke plaats behouden. Bovendien treden vrouwen in de geschiedenis pas de laatste decennia op het voorplan. Ik ben er dan ook van overtuigd dat we in de toekomst vanzelf meer vrouwennamen zullen zien op de straatnaambordjes.” Dat bevestigt ook schepen Kris Verduyckt (sp.a). “Met een schepencollege dat voor de helft uit vrouwen bestaat, zal daar ongetwijfeld aandacht voor zijn.”

Marinastraat

In Genk kwam er de laatste jaren een bewuste inhaalbeweging. Sinds 2004 kregen tien straten een verwijzing naar een persoon, waarvan zes naar een vrouw. Zo ontstonden onder meer de Valérie Pholienstraat en Dominique Rolinstraat. Pholien was een negentiende-eeuwse Luikse kunstschilderes die vaak in Genk vertoefde, Rolin een Franstalige schrijfster die als kind haar vakanties vaak in Genk doorbracht. “Die link met onze stad vonden we telkens erg belangrijk”, zegt schepen Anniek Nagels (CD&V). “Maar ondanks die inhaalbeweging moeten we aandacht voor gelijkheid blijven hebben. Het is op dit moment nog niet concreet, maar we vinden bijvoorbeeld wel dat Moeder Teresa een straat verdient in Genk. Ze werkte nauw samen met de Genkse arts Jan Gysen en is zelfs hier op bezoek geweest. Of waarom geen Marinastraat, naar het liedje van Rocco Granata?”

De christendemocratische vrouwenbeweging Vrouw en Maatschappij juicht de extra aandacht voor de problematiek toe. “De toekenning van straatnamen dateert grotendeels uit een tijd dat vrouwen niet actief konden deelnemen aan het sociale en politieke leven”, zegt de Houthalense voorzitter Liesbeth Maris. “Maar dat neemt niet weg dat er markante vrouwen genoeg geweest zijn. Het komt er echter op aan om de geschiedenis op een andere manier te belichten. Het moeten toch niet allemaal uitvinders en wetenschappers zijn?”